Niet-functionerende hypofyse adenomen (NFA)

Een niet-functionerend hypofyse adenoom (NFA) is een goedaardige tumor die ontstaat in het hypofyseweefsel.

Wat is de hypofyse?

De hypofyse is een klein orgaan dat zich onder de hersenen bevindt. De hypofyse is niet groter dan 1 centimeter in doorsnee, en heeft een centrale rol in de regulatie van verschillende hormonen. De hypofyse produceert groeihormoon en antidiuretisch hormoon, en reguleert de afgifte van schildklierhormoon, cortisol, en geslachtshormonen.

Wat is een niet-functionerend hypofyse adenoom?
Een niet-functionerend hypofyse adenoom (NFA) is een goedaardige tumor die ontstaat in het hypofyseweefsel. Een NFA wordt niet-functionerend genoemd omdat de tumor geen hypofysehormoon produceert. De oorzaak voor het ontstaan van een NFA is niet bekend, en er zijn geen duidelijke risicofactoren voor het ontstaan van een NFA bekend.

Is een niet-functionerend hypofyse adenoom kwaadaardig?
Een NFA is niet kwaadaardig.

Welke klachten geeft een niet-functionerend hypofyse adenoom?
Kleine NFA’s (kleiner dan 1 centimeter) geven geen klachten. Wanneer een NFA groter wordt kunnen er klachten ontstaan. De voornaamste klachten zijn dan hoofdpijn, door lichte druk van de tumor op het hersenvlies, en moeite met zien, doordat het NFA op de oogzenuw kan drukken. Karakteristieke oogproblemen zijn dat voorwerpen die zich helemaal aan de zijkanten van het blikveld bevinden niet meer kunnen worden gezien. Tevens kan de groei van de tumor er voor zorgen dat het normale hypofyseweefsel niet meer in staat is de hormoonhuishouding afdoende te reguleren. Hierdoor ontstaan tekorten in de aanmaak van hormonen. Uitval van de hormoonregulatie kan leiden tot verschillende klachten zoals onder andere krachtsverlies, vermoeidheid, een gestoorde menstruele cyclus bij vrouwen en impotentie bij mannen.

Onderzoek & diagnose

Hoe wordt een niet-functionerend hypofyse adenoom ontdekt?

Een NFA kan bij toeval worden ontdekt, bijvoorbeeld wanneer een scan van het hoofd om een heel andere reden wordt gemaakt. In andere gevallen kan het zijn dat klachten van een patiënt aanleiding geven om onderzoek naar de hypofyse te doen. Het beste onderzoek om de hypofyse in beeld te brengen is een MRI-scan. Op een MRI is de hypofyse en een eventuele hypofysetumor goed zichtbaar.

Bij alle patiënten met een hypofysetumor groter dan 1 centimeter, zal de oogarts beoordelen of er afwijkingen in het gezichtsvermogen zijn. Tevens zal er dan middels bloedtesten worden nagegaan of er stoornissen zijn in de aanmaak van hypofysehormonen.

Behandeling

Moet een niet-functionerend hypofyse adenoom worden behandeld?

Dat hangt ervan af. Een klein NFA zonder klachten behoeft geen behandeling. Ook een NFA dat iets groter is, maar niet op de oogzenuw drukt hoeft niet te worden behandeld. Wel zullen deze NFA’s zonder klachten worden vervolgd om te zien of er groei van de tumor optreedt in het verloop van de tijd. Wanneer er afwijkingen zijn in het gezichtsvermogen doordat de tumor op de oogzenuw drukt, is dit een belangrijke reden om te behandelen. Het blijkt dat na behandeling het gezichtsvermogen zich herstelt in het merendeel van de patiënten.

Hoe wordt een niet-functionerend hypofyse adenoom behandeld?

Voor een NFA dat van invloed is op het gezichtsvermogen, is operatieve verwijdering van de tumor de behandeling van keuze. Deze operatie wordt uitgevoerd door een neurochirurg samen met een keel-, neus, en oorarts. Via de neus wordt een klein gaatje in de onderkant van de schedel gemaakt, en via dit gaatje wordt de hypofysetumor verwijderd.

Medicijnen blijken vooralsnog niet effectief om een NFA te behandelen.
Indien er stoornissen zijn in de productie van de hormonen die vanuit de hypofyse worden gereguleerd, dan ontstaat er een hormoontekort dat dient te worden behandeld. Dit gebeurt door medicijnen die de hormonen vervangen die het lichaam normaal gesproken zelf zou hebben geproduceerd.

Wat zijn de gevolgen op lange termijn van een niet-functionerend hypofyse adenoom?
De afwijkingen in het gezichtsvermogen verbeteren bij het merendeel van de patiënten door operatie. Het kan wel zijn dat na de operatie hormoontekorten blijven bestaan of ontstaan die behandeling met medicijnen noodzakelijk maken. Bij patiënten bij wie in eerste instantie besloten is om niet te behandelen, kan het zijn dat in het verloop van de tijd blijkt dat de tumor toch moet worden geopereerd, omdat de tumor te dicht in de buurt van de oogzenuwen komt.

In een aantal gevallen zal, na operatieve behandeling, het NFA toch weer groeien. Indien er sprake is van groei jaren na de operatie zullen patiënten meestal behandeld worden middels bestraling van de hypofysetumor. Na bestraling blijft het NFA bijna altijd voorgoed weg.

Ideeën & opmerkingen

Heeft u naar aanleiding van deze informatie ideeën of suggesties dan verzoeken wij u contact op te nemen.